Betty Friedan schetst in The Feminine Mystique een tijdsbeeld van naoorlogse instabiliteit, waarin behoefte was aan veiligheid, huiselijkheid en overzicht. Ook vrouwen namen de nooduitgang naar gelegitimeerde passiviteit. Dat moest anders.

Bijna tien jaar voordat de Amerikaanse journaliste Betty Friedan het beestje van een naam voorzag, keerde onze eigen Hella Haasse zich al tegen de manier waarop de damesbladen de huisvrouw in slaap sussen. In Zelfportret als legkaart (1954), op zich al een monument van literaire lenigheid waarin schrijfster en huisvrouw elkaar op de rand van de zandbak in evenwicht houden, fulmineerde ze tegen de misleidende rol van de bladen, hoe ze de wereld waarin de vrouw thuis is, tussen kinderen en stoffer en blik, verheffen tot een ideaal doel op zichzelf. Ongekend fel haalt Haasse uit, met woorden als ‘horigheid’ en ‘bestaande orde’. Vrouwen worden verleid tot een vlucht die geen vlucht is, maar ‘een geblinddoekt altijd maar dieper verdwalen in de horigheid’. Haar wordt voorgehouden dat de wereld ‘die men haar gunt’ zo belangrijk is dat ze er genoegen mee neemt en nooit zal helpen ‘het maatschappelijk bestel te ontwrichten’.

Lees verder op groene.nl

Doortje Briedé-Bultman