We koesterden de hoop dat het gedaan was met de almacht van God, schrijft Lidy Nicolasen.
"'Nothing frightens me more than religion at my door', zong de Britse rocker John Cale in 1973. Het was een zin die bleef hangen, ook al ging het in jouw beleving over de Jehova's getuige die elke zondagochtend zijn voet tussen de deur stak. God was al verbannen, dacht je. De secularisering, zeg ontkerkelijking, zette die jaren in Nederland immers stevig door. God verdween niet alleen uit Jorwerd maar geleidelijk aan ook uit het openbare leven.
We hadden er vrede mee, ondanks de spijt over de leegstaande kerken. Er hielp geen moedertjelief aan. Ze horen bij een tijd die niet meer zal terugkeren. We koesterden de hoop dat het gedaan was met de almacht van God. Inmiddels zijn we door schade en schande wijs geworden. Over de rug van God worden links en rechts bloedige oorlogen uitgevochten. Godsdienstoorlogen? Welnee. Al sinds de kruistochten gaat het enkel en alleen om de macht. Ook nu."