Amsterdam-Noord, begin jaren vijftig. Als de vader van de zesjarige Trees zich op een zondagmiddag met zijn vespa tegen een boom te pletter rijdt, verandert haar leven op slag. Haar wispelturige moeder trouwt met een agressieve alcoholist, en in de jaren die volgen zwerft ze met haar twee verwaarloosde kinderen van man naar man, van huurzolder naar daklozenopvang. Als oude vrouw is Trees' moeder ziek en eenzaam, en extreem eigenwijs en eigenaardig.

Lees verder