Koningin Beatrix heeft tijden van diepe vertwijfeling gekend over haar rol in de Nederlandse samenleving. Dat schrijft Jutta Chorus in haar boek ‘Beatrix: Dwars door alle weerstand heen’, dat volgende week verschijnt. Chorus sprak met een groot aantal intimi van de koningin.
In het boek citeert Chorus een reactie van de koningin op een slechte recensie die ze had gekregen in de Volkskrant. Een tentoonstelling die ze in 2000 als gastconservator had samengesteld, werd weggezet als braaf. Volgens Huub Oosterhuis, een vriend van de koningin, verzuchtte ze toen: “Ik kan geen goed meer doen in dit land.”
Volgens Chorus past de recensie in een niet aflatende stroom van kritiek die Beatrix in de eerste jaren van deze eeuw over zich heen kreeg. Het volk gaf haar steeds slechtere rapportcijfers na de affaire rond haar nicht Margarita, de onhandige communicatie rond de verloving van Friso met Mabel, kritiek van Pim Fortuyn en de vragen over de schoonvader van Willem-Alexander.
De kwesties knaagden aan Beatrix, die juist altijd gepoogd had het koningschap weer te verheffen na de schandalen en affaires rond haar ouders. Wat ook meespeelde is dat het steeds slechter ging met de gezondheid van haar man Claus. De combinatie van de felle kritiek en de voortdurende zorg voor haar echtgenoot vielen de koningin zwaar, schrijft Chorus.