'Het eten was heerlijk. Asperges, paprika's, alleen de beste groenten, alles wat je je maar kunt voorstellen. En altijd met rijst of pasta erbij.' Margot Woelk, destijds een twintiger, had het op het oog goed getroffen, zeker als je bedenkt dat het volop oorlog was. Jammer alleen dat ze er nooit echt van kon genieten.

Woelk was een van de vijftien voorproefsters van Adolf Hitler in zijn legerhoofdkwartier de Wolfsschanze in het oosten van Pruisen. Hitler was zo bang door zijn vijanden vergiftigd te worden dat hij niets wilde eten dat niet veilig was bevonden. Tweeënhalf jaar lang at Woelk dus alles wat Hitler werd voorgezet, doodsbang dat elke maaltijd haar laatste kon zijn.

De nu 95-jarige Woelk heeft haar oorlogsverleden levenslang geheim gehouden. Onlangs vertelde ze het verhaal voor het eerst, aan een Berlijnse journalist. Sindsdien wordt ze bedolven onder de aandacht. Media willen haar interviewen, scholen willen dat ze spreekbeurten komt geven, musea tekenen haar verhaal op.

Woelk kwam in 1942 op de Wolfsschanze terecht nadat ze uit haar geboortestad Berlijn was gevlucht voor de geallieerde bombardementen. Haar man was ergens aan het front. Zij verhuisde naar familie in het Oost-Pruisische Rastenburg, nu Ketrzyn in Polen. Ze moest haar burgerdienstplicht vervullen en werd aangesteld als voorproefster en boekhoudster in de naburige Wolfsschanze.

Lees verder