We schrijven halfweg de jaren tachtig in Antwerpen. In het beruchte Schipperskwartier worden steeds meer prostituees geïmporteerd door malafide pooiers, die van de volkse hoerenbuurt een lucratieve groothandel in menselijke vleeswaren willen maken.
Kuierende hoerenlopers staan er niet bij stil, maar achter de met neon verlichte ramen schuilt niets minder dan mensenhandel.
Patsy Sörensen is in die tijd kunstenares en heeft haar atelier in dat Schipperskwartier. Sörensen hoort over wantoestanden binnen het prostitutiemilieu. Die informatie verneemt ze uit de mond van de – vooral buitenlandse - prostituees zelf.
Het blijft niet bij woorden. In 1987 wordt Payoke, vluchthuis voor prostituees en slachtoffers van mensenhandel, opgericht. Wat begon met een ‘kop koffie en een luisterend oor’ voor prostituees in het Antwerpse Schipperskwartier, groeit uit tot een internationaal gewaardeerde organisatie die de strijd aanbindt met wereldwijde uitbuiting en mensenhandel.