Het zal niet haar bedoeling geweest zijn, maar sinds zij op maandag 28 januari 2013 haar aftreden als koningin aankondigde staat Beatrix te boek als trendsetter: als abdicatietrendsetter. Ze zei als 73-jarige ruimte te willen maken voor een nieuwe generatie, trad drie maanden later af ter wille van haar oudste zoon Willem-Alexander (46 jaar) en is sindsdien prinses in plaats van koningin. In ons land is het gebruikelijk dat een regerend monarch aftreedt in plaats van in het harnas te sterven. Elders is dat niet of nauwelijks het geval.
Na Beatrix’ terugtreden ontbrandden er in sommige Europese monarchieën discussies over de voordelen van een troonswisseling bij leven in plaats van te wachten op de dood van de zittende vorst. Het tijdig plaats maken voor een nieuwe, frisse opvolger kreeg wereldwijd positieve publiciteit. Die ging gepaard met kritische tot meewarige commentaren over bejaarde Europese koningen die zichtbaar gebukt gaan onder hun ambt (België, Denemarken) of door misstappen uit de gratie zijn geraakt (Spanje, Zweden), maar niettemin hun beoogde opvolgers in de wachtkamer laten zitten.