“Als we de media zo moeten geloven, lijkt het bijna alsof de fontein van de eeuwige jeugd gevonden is”, verzucht Frits de Lange. Zo ver is het nog niet, maar we komen in de buurt. Afgelopen week werd bekend dat wetenschappers erin geslaagd zijn het leven van muizen en wormen met de helft te verlengen. Volgende stap: mensen. Maar willen we dat wel? Twee hoogleraren werpen een ethische blik op de zaak. Vandaag deel 1: Moeten we wel knutselen aan de menselijke genen?
Frits de Lange, theoloog en hoogleraar ethiek, en Peter Derkx, hoogleraar humanisme en levensbeschouwing, zien het nog niet zo'n vaart lopen. Derkx: “Dat het bij een muis kan, betekent niet dat het bij een mens ook gaat lukken. Het is niet onwaarschijnlijk dat het bij een mens stukken ingewikkelder is om het leven te verlengen.”
Maar toch, het lijkt erop dat de wetenschap steeds dichter bij de steen der wijzen komt. Dus stel dat we over een aantal jaren de mogelijkheid hebben om 150 te worden, moeten we dat dan überhaupt wel willen? Overbevolking, een eeuwigheid werken en een hoger zelfmoordcijfer zijn zomaar een paar bezwaren tegen een verdubbeling in levensjaren.