Jarenlang leefde de weduwe van maarschalk Tito, het boegbeeld van communistisch Joegoslavië, in bittere armoede. Totdat haar dringende ziekenhuisopname zorgde voor een wijdverspreid gevoel van schaamte voor haar erbarmelijke leefomstandigheden. Haar lekkende villa wordt nu gerenoveerd.
Een keer bellen, twee keer bellen, drie keer bellen. Eindelijk steekt iemand zijn hoofd boven de roestige omheining. Een politieman. ‘Mevrouw Broz ligt in het ziekenhuis’, zegt hij.
Mevrouw Broz, dat is niemand minder dan Jovanka Broz, de weduwe van Maarschalk Tito, het boegbeeld van communistisch Joegoslavië. Sinds de dood van haar man in 1980 leidde ze een teruggetrokken bestaan, maar haar hospitalisatie heeft haar uit de vergetelheid gehaald. De Serviërs vragen zich af hoe het zover heeft kunnen komen dat een vrouw die bijna dertig jaar lang de First Lady van Joegoslavië was, moet wonen in een villa waarvan het dak lekt en de muren bedekt zijn met schimmel. Door het vocht heeft de elektriciteit het begeven. Om niet te bevriezen, ging Broz in de winter met kruikjes naar bed.
Broz (88) belandde een paar maanden na de dood van haar man in deze chique buitenwijk van Belgrado. Ze werd er onder huisarrest geplaatst door partijbonzen die tijdens de machtsstrijd rond de opvolging van Tito in haar een gevaarlijke concurrente zagen.
