De reputatie van de Burmese politica, mensenrechtenactivist en Nobelprijs-laureaat Aung San Suu Kyi begint onmiskenbaar barsten te vertonen. Dat komt door haar stilzwijgen over het schrijnende lot van duizenden gevluchte Rohingya, een rechteloze islamitische minderheid in het boeddhistische Burma.
Met de Nationale Liga voor Democratie (NLD) strijdt vrijheidsboegbeeld Suu Kyi sinds 1988 voor democratisering van haar land waar, sinds de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië in 1948, een militair regime de dienst uitmaakt.
Een jaar na de oprichting van de NLD kreeg Suu Kyi huisarrest. Bijna vijftien jaar was ze politiek gevangene onder eigen dak. Het regime gaf haar de keuze naar het buitenland te gaan, maar in plaats van zich bij haar man en kinderen in de VS te voegen, schikte ze zich in haar huisarrest. Het opgeven van de nabijheid van haar zoons was een groot offer, maar ze was zich ‘altijd bewust van het feit dat anderen meer hadden moeten opgeven dan ik’.
Haar waardigheid, strijdkracht en overtuigd pacifisme bezorgden haar internationale lof. Elke vrijheidsprijs die er te winnen viel leek haar te worden toegekend. Met in 1991 de kroon op haar werk: de Nobelprijs voor de vrede.