Het Kwaad is overal. De piloot van uw vakantievlucht kan een zelfmoordenaar zijn, uw dochters nieuwe vriend een jihadist, de buurman een zware crimineel. Hoe gaan we om met het kwaad in de wereld en in onszelf? Verslaggeefster Harriët Salm onderzoekt het in een serie vanuit verschillende oogpunten.

Susanne Preusker (55) - groot, grijs dik vest over witte broek, lang donkerblond haar, klaterende lach - vloekt tijdens een twee uur durend intens en wel heel persoonlijk interview één keer. Vanaf de andere kant van de houten keukentafel, achterin haar stijlvol ingerichte appartement in een deftige wijk van de Duitse stad Maagdenburg, spugen haar knalblauwe ogen onverwacht vuur. “Wilt u mij verdomme geen slachtoffer noemen?”

Dat is even wennen, want juist het feit dat zij tijdens haar werk als psychotherapeute in een gevangenis met zwaar gestraften ernstig werd mishandeld en verkracht leidt tot het bezoek. Preusker leek een duidelijk slachtoffer van een heel groot kwaad. Iemand die kan vertellen hoe het verder gaat na een confrontatie met iets afgrijselijks. Maar zijzelf wil die term slachtoffer meteen met de krachtigste woorden uit de weg hebben.

“Ik was op het moment dat hij het mes tegen mijn keel zette slachtoffer, ja. Die zeven uur dat ik in zijn macht was, ja. De volgende dag misschien ook nog. En heel misschien een week later nog. Maar slachtoffer zijn is een momentopname, geen voortdurende toestand. Als ik nu nog slachtoffer ben, na zes jaar, dan heb ik verloren. En dat wil ik absoluut niet.”

Lees verder op trouw.nl

Doortje Briedé-Bultman