Na 66 jaar op het podium geeft Juliette Gréco haar afscheidstournee, dit weekend treedt ze voor de laatste keer op in Nederland. Trouw spreekt haar in haar huis ten noorden van Parijs.

Het levensverhaal van Juliette Gréco lijkt een filmscript. In 1945, direct na de bevrijding van Parijs, wordt het rumoerig in de kelders en kroegen van Saint-Germain des Prés, de studentenwijk van Parijs. Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir, Maurice Merleau-Ponty, Jean Cocteau, Boris Vian en Albert Camus komen er samen om naar jazzmuziek te luisteren, te filosoferen en te dansen. De 18-jarige Gréco woont met haar zus boven een van die vaste kroegen. 

Daar maakt ze kennis met filosoof Merleau-Ponty, die haar vervolgens bij de rest van de groep introduceert. Het is Sartre die haar in 1949 op een avond zegt dat ze moet gaan zingen. De volgende ochtend, bij hem thuis, heeft hij een aantal gedichten klaargelegd die hem geschikt lijken. Ze kiest er een paar uit, en hij brengt haar in contact met componist Joseph Kosma. En vanaf het eerste optreden heeft ze wereldwijd succes.

Juliette Gréco is inmiddels 88, en vindt dat ze, na een lange, glansrijke carrière, een punt moet zetten achter het optreden. “Uit beleefdheid tegenover m'n publiek. Ik wil niet aftakelen op het podium”, vertelde ze in april op de Franse televisie. Daarom dus nog één tournee, met twee optredens in Nederland. Een bloemlezing uit de grote collectie chansons die ze in de afgelopen 66 jaar ten gehore bracht. Vrijwel alle grote namen uit de Franse muziekgeschiedenis schreven chansons voor haar: Raymond Queneau, Jacques Prévert, Charles Aznavour, Charles Trenet, Georges Brassens, Léo Ferré, Serge Gainsbourg, Jacques Brel, Boris Vian.

Lees verder op trouw.nl

© anp. Juliette Gréco tijdens haar 80ste verjaardag in Parijs in 2007

Doortje Briedé-Bultman